Nederland verzet zich tegen EU-plannen om aardgas als ‘groen’ aan te merken, en aarzelt over kernenergie. Daarmee schaadt ons land zichzelf en het klimaat op ernstige wijze. Meer aardgas en kernenergie verminderen de internationale CO2-uitstoot aanzienlijk in de komende 10-20 jaar, en daar kunnen wij met onze hoogwaardige kennis en infrastructuur enorm aan bijdragen. Dat is goed voor het milieu en goed voor onze economie. Regering en parlement doen met hun verzet hiertegen het omgekeerde van waarvoor ze gekozen en betaald worden.
We bezitten een schat aan strategische energiekennis, met drie moderne kolencentrales, aardgasinfrastructuur, kerncentrale Borssele en Urenco Almelo. Daarmee kunnen we andere landen helpen om kolencentrales efficiënter te maken, en over te stappen naar aardgas en kernenergie. Zo kunnen we in de komende tien jaar wereldwijd naar schatting 3% CO2 helpen reduceren. Dat zou een prestatie van wereldformaat zijn: zesmaal zoveel als ons eigen wereldaandeel van 0,5%, en tienmaal zoveel als onze eigen klimaatambitie om in 2030 van 0,5% naar 0,2% te gaan.
De Nederlandse reserve tegen aardgas en kernenergie is onbegrijpelijk conservatief. Verkettering van welke energieoptie dan ook is oud leiderschap, dat schaadt ons land en ons klimaat. Verduurzamen is geen wedstrijdje, dat doe je samen. Mens en natuur zijn niet gebaat bij een ‘koploperspositie’ op een politieke duurzaamheidsranglijst, wel met nieuw leiderschap gericht op maximale internationale CO2-reductie met optimale werkgelegenheid.