Nederland heeft op de klimaattop in november ingestemd met een investeringsstop op fossiele brandstoffen. Vier maanden later wil iedereen met minister Jetten voorop investeren in vloeibaar aardgas (LNG). Als het er niet is weet je pas wat je mist, zong De Dijk ooit. Raker kan ik het niet verwoorden. We kunnen de komende 20-30 jaar niet zonder fossiele brandstoffen, en we komen er op hardhandige wijze achter dat het kortzichtig politiek correct is om daar niet in te investeren.
Die kortzichtige politieke correctheid leidt nu tot paniekvoetbal met belastingmiljarden. Het kabinet wil 1,7 miljard euro van ons belastinggeld in 800 extra zeewindmolens steken. Die moeten er in 2030 staan, dus over 400 weken. Dat zijn er vanaf nu twee per week, acht jaar lang, elke week. Dat zou 45 miljard kilowattuur per jaar gaan opleveren, ruim een derde van ons huidige nationale stroomverbruik. Per uur en per dag kan die zeewindstroom echter variëren van 0 tot 100% van ons verbruik. Dus moeten we zeker de helft ervan opslaan. Daarbij verliezen we nog eens ruim de helft, en blijft netto zo’n 30 miljard kilowattuur over.
Tegen die tijd is door het onzalige elektrificatiebeleid ons stroomverbruik verdubbeld, en is die 30 miljard kilowattuur slechts 13% van het totaal. Dat zal ons niet minder afhankelijk maken van allerlei niet-EU leveranciers van aardgas, lithium, kobalt en koper. Voor minder afhankelijkheid en meer duurzaamheid bestaat maar één methode: Halvering van ons energieverbruik. Dat zegt nu ook het Internationaal Energie Agentschap.