Professor Han Slootweg van netbeheerder Enexis beweert in Nieuwsuur met neergeslagen blik dat hij de huidige netcongestie 5-7 jaar geleden niet had kunnen zien aankomen. Zijn lichaamstaal en de feiten spreken hem echter tegen. We weten al tien jaar van de structurele inzet op zonnepanelen, windmolens en elektrificatie van mobiliteit en verwarming. Dat veroorzaakt al tien jaar een voorspelbare toename van pieken en dalen in de stroomproductie en -afname. De ontwikkelingen zouden volgens Han Slootweg sneller zijn gegaan dan voorzien, maar dat is niet waar.
Het elektriciteitsverbruik is in de afgelopen tien jaar niet gestegen. Bovendien staat in de doelen van het Energieakkoord van 2013 “… Een toename van het aandeel van hernieuwbare energieopwekking naar 14 procent in 2020, en een verdere stijging van dit aandeel naar 16 procent in 2023…”. Het CBS rapporteert over 2022 een aandeel van 15 procent. De ontwikkelingen gaan dus niet sneller dan voorzien. Verderop in het Energieakkoord van 2013 staat: “… Netbeheerders en producenten moeten maatregelen treffen om het elektriciteitssysteem aan te passen en voor te bereiden op een groeiend aandeel van hernieuwbare energie in de energiemix. De noodzakelijke energie-infrastructuur moet op tijd gerealiseerd worden…”
Het is een internationale afgang dat onze welvarende kenniseconomie de komende tien jaar grootschalige stroomtekorten gaat hebben, omdat Enexis en zijn concurrenten in de afgelopen tien jaar hun dure plicht in het Energie-akkoord van 2013 hebben verzaakt. Dat remt nu onze klimaatdoelstellingen, woningbouw en economie. Het beste wat een nieuwe regering kan doen is vertragen met windmolens, warmtepompen en elektrische auto’s.