Vakantietijd. In Nederland was het in juli heter dan in Italië. Onheilsprofeten beweren dat het weer steeds extremer wordt, maar ik heb daar nog nooit een wetenschappelijke onderbouwing van gezien. Reinier Paping trotseerde in de Elfstedentocht van 1963 de ergste kou, en 10 jaar daarvoor trof een verschrikkelijke stormvloed ons land. Vandaag de dag klagen we over lauwe winters en flauwe zomers.
In Italië heb ik in verwondering de ontembare energie van de natuur kunnen aanschouwen. Flitsend onweer boven Venetië, nadat de zon het vlakke land van Veneto had opgewarmd en wolken tot in de stratosfeer deed torenen die al hun energie uiteindelijk ontlaadden in een lichtshow van bliksemschichten. Donderende vulkaanerupties van Stromboli, als uitlaatklep voor de hitte in het binnenste van de aarde die bergen opstuwt en continenten verplaatst, afkomstig van natuurlijk radioactief verval van uranium, thorium en kalium.
Wij mensen willen de energie van de natuur graag vangen voor eigen gebruik, met windmolens en warmtepompen. Dat is nodig om te verduurzamen. Maar in vakantietijd hoef ik daar even niet aan te denken en kan ik me in alle eenvoud verwonderen over de macht en kracht van de natuur. De maansverduistering maakte de cirkel rond, en deed me weer eens beseffen hoe bescheiden mijn plaats als mens in de natuur is.
Mijn boek De Groene Illusie ligt bij de drukker. Op vrijdagavond 21 september om 19.00 uur presenteer ik het bij van Piere boekhandel in Eindhoven