Zeilen brengt je dicht bij de energie van de natuur. De zon stuwt wolken op en laat de wind waaien die je boot voortstuwt. Eb en vloed stromen met je mee, of tegen je in als je verkeerd timet. De energie van de natuur is groter dan wij, en als zeiler leer je dat je daar nooit tegen moet vechten. Als het stormt kun je niet uitvaren, en als de eb tegen je is moet je wachten op de vloed. Dat is fascinerend in de vakantie, maar onwelkom in ons dagelijks leven.
In ons dagelijks leven willen we niet afhankelijk zijn van de natuur om te kunnen koken, werken en rijden. Daarom zijn we in de vorige eeuw de in de aarde gefossiliseerde zonne-energie gaan gebruiken. Daar proberen we nu weer vanaf te komen, maar wel met behoud van alle gemakken ervan. Tijdens het zeilen realiseerde ik mij dat dat niet kan. Als we terug willen naar de energie die zon, getij en wind ons dagelijks bieden, zullen we ons net als een zeiler moeten voegen naar de grillen ervan. En als we daar niet toe bereid zijn houden we fossiele brandstoffen nodig.
Fossiele brandstoffen bevatten opgeslagen zonne-energie van honderden miljoenen jaren. Wij kunnen dat niet in honderd jaar vervangen. Daarvoor is de aarde te klein en een eeuw te kort. Laten we daar eerlijk over worden, en stoppen met van twee wallen willen eten. Minder fossiele brandstoffen betekent minder energieverbruik en minder consumptie. Laten we dat gaan erkennen, anders wordt het niks met de klimaatdoelstellingen.