Veel dieren waaronder vleermuizen leven cyclisch. Ze winterslapen als er weinig energieaanbod is, en zijn actief in de warme zomer. Wij leven anticyclisch. In najaar en winter als de zon laag staat werken we ons uit de naad en verbruiken we veel energie. In voorjaar en zomer zetten we de verwarming uit, nemen we meer vrije dagen en gaan we luieren in de zon. We leven precies andersom als vleermuizen, en volledig uit fase met de hoeveelheid zonlicht en warmte die de natuur ons geeft. Dat is alleen mogelijk met weer- en seizoenonafhankelijke energiebronnen zoals fossiele brandstoffen en kerncentrales.
De overschotten en tekorten van variabele wind en zonnestroom zijn veel te groot om met waterstof, batterijen en aanbod-gestuurd verbruik op te vangen. Wind en zon kunnen per uur, dag en nacht schommelen tussen helemaal niets en twee keer teveel. Daar komen de langere termijn weers- en seizoensinvloeden bovenop. We hebben weken met windstil bewolkt weer, afgewisseld door weken met winderig zonnig weer. We hebben in de zomermaanden veel zonnestroom maar weinig vraag, en in de wintermaanden andersom. Het Oceanische eilandstaatje Vanuatu en een honderdtal andere landen eisen nochtans voor het Internationale Gerechtshof in Den Haag dat we toch afhankelijk moeten worden van wind en zon als energiebronnen.
Dat doen zij omdat ze geschaad worden door klimaatverandering. Met alle respect voor de eisers zou het inwilligen van hun eis op geen enkele manier een garantie tegen die schade zijn. Bovendien zou het kunnen leiden tot veel grotere rampen dan die de eisers willen voorkomen, zoals onomkeerbare milieuschade door mijnbouw, desastreuze ontbossing door biomassagebruik, en miljoenen extra doden door honger, kou, ziektes en geweld. Het is aan de politiek om dit af te wegen, niet aan het Internationale Gerechtshof. Er is niet eens sprake van een eventueel strafbaar feit.