De Duitse regering wil subsidies verstrekken voor de bouw van nieuwe aardgascentrales, met een gezamenlijke capaciteit van 5 gigawatt (GW). Dat is in strijd met de klimaattop COP-26 in 2021, waarin publieke investeringen in fossiele energie officieel in de ban werden gedaan. Het is wel verstandig voor de Duitse energiezekerheid, die zonder kolen en kernenergie aan het afkalven is. Het noodzakelijke alibi voor Duitsland zelf en voor de EU is dat die aardgascentrales in de toekomst op groene waterstof zouden draaien. Bij mijn weten kan een aardgascentrale niet zomaar op waterstof draaien, maar afgezien daarvan heb ik wat sommetjes gemaakt.
5 GW vermogen is ongeveer 10% van het gemiddelde Duitse stroomverbruik. Het blijkt twintig maal zoveel geïnstalleerd zon- en windvermogen te vergen om die 5 GW met groene waterstof op te wekken. Dat is 100 GW, twee derde van de 150 GW zon en wind die Duitsland nu heeft staan. Zonnepanelen hebben volgens de eigen Duitse cijfers een capaciteitsfactor van 9%, en windmolens van 23%. Dat betekent dat 56 GW opgesteld zonvermogen gemiddeld over een heel jaar 9% x 56 = 5 GW vermogen levert. Het betekent evenzo dat 44 GW opgesteld windvermogen gemiddeld 23% x 44 = 10 GW vermogen levert. Met die 5 + 10 = 15 GW gemiddeld zon- en windvermogen kan bruto 10 GW groene waterstof worden gemaakt, want bij waterstofproductie gaat een derde van het vermogen verloren.
Een moderne elektriciteitscentrale heeft ca. 50% rendement. Met bruto 10 GW groene waterstof kan dus netto 5 GW elektrisch vermogen worden opgewekt. Daarvoor is zoals gezegd 56 + 44 = 100 GW opgesteld zon- en windvermogen nodig, twee derde van wat onze geachte oosterburen nu hebben staan. Dat lijkt me geen houdbaar alibi om subsidies te willen en mogen verstrekken voor commerciële aardgascentrales. Ik vermoed dat de Duitse regering dat ook wel weet, maar geen alternatieven heeft om de Duitse samenleving en economie draaiende te houden zonder kolen- en kernenergie.