Categoriearchief: Duurzaamheid

Einde van de verbrandingsmotor in 2035?

De EU heeft een akkoord gesloten over het einde van de verbrandingsmotor in personenauto’s, vanaf 2035. Dat is over 13 jaar. Ik hoorde op Radio 1 een gesprek met experts hierover. Dat ging over het aantal laadpalen. Ik wachtte op de cruciale vraag hoe we alle extra stroom voor honderden miljoenen elektrische auto’s gaan opwekken, maar die vraag kwam niet. Het bleef gaan over laadpalen, met een laadpalenondernemer en een hoogleraar. Toen heb ik zelf maar uitgerekend hoeveel extra stroom er nodig zal zijn in 2035. Groene stroom uiteraard, want anders bespaart – zoals nu – elektrisch rijden nauwelijks CO2 en veroorzaakt het vanwege de batterijen wel veel milieuschade.

De teller komt op 700 miljard kilowattuur extra groene stroomopwekking in de EU, rekening houdend met verliezen van noodzakelijke opslag van elektriciteit. Dat is zes maal zoveel als het totale Nederlandse stroomverbruik. Daarvoor zijn 45.000 extra windmolens en 600 miljoen extra zonnepanelen nodig, uitgaande van een evenwichtige verdeling over zeewind, landwind en zon. Daartoe moeten we in de komende 15 jaar ELKE WEEK 13 zeewindmolens, 43 landwindmolens en 800.000 zonnepanelen maken en installeren.

Dan hebben we nog niks gedaan voor elektrificatie van huisverwarming en industrie. We hebben dan ook nog geen heel veel grotere netcapaciteit, en geen waterstoffabrieken om tientallen miljarden kilowattuur op slaan. Waarom vraagt niemand naar het concrete uitvoeringsplan voor de komende 15 jaar, en vervolgens naar de volstrekte onmogelijkheid daarvan? Waarom kijken we letterlijk niet verder dan onze neus lang is? Of er wel genoeg laadpalen zijn!

We teren in op het verleden en lenen van de toekomst

De aarde heeft zeer veel zonne-energie uit het verleden opgespaard in de vorm van fossiele brandstoffen (solar stocks). Wij hebben in 100 jaar tijd pijlsnel ingeteerd op die spaartegoeden, door veel meer energie te verbruiken dan we met zon, wind, waterkracht en biomassa (solar flows) kunnen opwekken. We proberen dat interen nu te stoppen, maar maken daarbij twee cruciale fouten: We zijn gaan interen op minerale spaartegoeden in de aarde (lithium, kobalt, koper en andere zeldzame metalen), en we zijn met biomassa gaan lenen van de toekomst.

Essentiële minerale spaartegoeden zullen eerder uitgeput raken dan fossiele brandstoffen, nog deze eeuw. En het kappen en verbranden van bomen produceert meer CO2 dan het verbranden van steenkool. Nieuwe bomen zouden die CO2 over 30 jaar weer opgenomen hebben, maar dat klinkt als een hypotheek met een looptijd van 30 jaar: Iets doen wat je je nu niet kunt permitteren, maar het toch doen door van de toekomst te lenen. Dat heeft risico’s en kost geld. CO2 is echter geen geld. De CO2 van boom- en steenkoolverbranding is chemisch identiek, gaat nu de lucht in en kan nu opwarming veroorzaken. Er is maar één soort CO2, en er valt niks te lenen van de toekomst. Dat is een drogredenering.

We kunnen niet blijven interen op het verleden, want spaartegoeden raken een keer op. We kunnen ook niet blijven lenen van de toekomst, want dan stort het kaartenhuis een keer in. Complexe energiesubsidies en CO2-boekhoudingen gaan dat niet veranderen. We moeten hoe dan ook ons energieverbruik halveren. Dan gaat het interen en lenen in elk geval langzamer, en winnen we tijd om de samenleving aan te passen zonder van crisis naar crisis te hollen.

Meer over solar flows en solar stocks

Ik zou dolgraag zien dat we net als voor 1850 met 1 miljard wereldburgers alles met zon, wind, waterkracht en biomassa (solar flows) konden doen. Zorgvuldig rekenwerk toont helaas aan dat dat niet kan, met 8 (en straks 10) miljard wereldburgers en miljoenen fabrieken, landbouwbedrijven, datacenters, huizen, vliegtuigen, schepen, treinen, bussen, trams, auto’s, wasmachines, koffiezetters, computers en smartphones die 24/7 energie verbruiken. Het is niet mijn voorkeur dat dit niet kan. Het is zeker niet mijn ambitie dat onze huidige samenleving niet houdbaar blijkt zonder fossiele brandstoffen (solar stocks).

Het is wel een onontkoombaar feit, net als dat we geen perpetuum mobile kunnen maken. Als dat ooit duidelijk was is het nu. Zodra we minder gas (Rusland) of benzine (stakingen bij het Franse Total) hebben is het crisis. Burgers zitten in de kou, bakkers gaan failliet en auto’s staan stil. Het lijkt me niet verstandig om onze kop hiervoor in het zand te steken, en te blijven zeggen dat we met meer zonnevelden en windparken (en kerncentrales) uit deze moeilijkheden kunnen komen. Daar kunnen we bij lange na niet genoeg voor bouwen, helemaal niet als de huidige inflatie uitmondt in een recessie, staatskassen leeg raken, rentes stijgen en essentiële schaarse grondstoffen zoals lithium, kobalt en koper nog veel duurder worden.

Geen leuk verhaal, maar zeker ook geen doemverhaal. We verbruiken nu al 25% minder gas. Als de regering dit versterkt met het nationale huisisolatiefonds, en de EU vanaf 2030 een maximum brandstofverbruik van 1 op 40 instelt, besparen we binnen tien jaar op verwarming en automobiliteit al 50% energie en CO2 zonder welzijn en economie op te offeren. Daar is wel visie en lef voor nodig, tegen electorale angsten en machtige energie- en autolobby’s in.

Solar flows and solar stocks

We hebben in de 20e eeuw onze huidige maatschappij, technologie en welvaart opgebouwd met fossiele brandstoffen als energiebron. Fossiele brandstoffen zijn ‘solar stocks’, opgeslagen zonne-energie van honderden miljoenen jaren. Fossiele brandstoffen kunnen worden beschouwd als briljante technologie van de natuur voor effectieve en langdurige energieopslag. De inrichting en behoeftes van onze huidige maatschappij blijken nauw verbonden te zijn met de eigenschappen van deze solar stocks.

Die eigenschappen van fossiele brandstoffen sluiten goed aan bij de behoeftes van de maatschappij: wereldwijde toegankelijkheid, betrouwbaarheid, 24/7 beschikbaarheid, compact, gemakkelijk te transporteren en op te slaan. Dit is voornamelijk te danken aan de extreem hoge volumetrische energiedichtheid van ca. 35 gigajoule per kubieke meter (in vloeibare of vaste vorm). Deze unieke eigenschap maakt het mogelijk om met een afgeladen auto van 2000 kilo met 120 km/u 1000 kilometer af te leggen op één tank van 50 liter. Deze eigenschap maakt het ook mogelijk dat Nederland genoeg aardgas kan verwerven en opslaan voor een hele winter.

Solar flows (wind, zon, waterkracht en biomassa) hebben daarentegen een lage energiedichtheid, minder dan 1% van die van fossiele brandstoffen. Daarom kost het zoveel ruimte en materialen om solar flows te benutten. Daarom ook passen ze dermate slecht bij onze huidige maatschappelijke behoeftes dat de huidige samenleving niet houdbaar blijkt zonder fossiele brandstoffen. Deze ernstige overweging ontbreekt helaas nog in het (inter)nationale energiebeleid.
Zie voor een uitgebreide analyse http://maarten-vanandel.com/?page_id=904

Straf op warmtepompen, beloning voor gasketels

De prijsplafonds voor elektra en gas straffen warmtepompen en stimuleren gasverwarming. De elektriciteitsprijs wordt begrensd tot 2400 kilowattuur per jaar, daarboven betaal je de volle mep. Die 2400 kilowattuur verbruikt een redelijk zuinig huishouden met verlichting en huishoudelijke apparatuur. Als je zoals ik echter een warmtepomp hebt, komt daar ook in een goed geïsoleerd huis nog zeker eens zoveel bij. Voor die warmtepomp betaal je dus de hoofdprijs.

Met nauwelijks gasverbruik word ik nu verleid om een CV-ketel te installeren. Die gaat immers verwarmen voor het vastgestelde gasprijsplafond tot 1200 kuub per jaar. Dat red ik makkelijk met goede isolatie. Ik ga geen CV-ketel installeren, maar de gedachte alleen al is absurd. Ik vraag me af wat de regering bezielt om op deze wijze warmtepompen te bestraffen en gasketels te belonen. Iets soortgelijks geldt voor elektrische auto’s, die per huishouden al gauw nog eens 2400 kilowattuur per jaar toevoegen. Elektrische rijders worden zo verleid om terug te gaan naar een benzineauto – niet naar een dieselauto.

Dieselauto’s betalen al decennia lang meer wegenbelasting, maar diesel was ook altijd zo’n 30 cent goedkoper dan benzine. Elke automobilist kon op basis daarvan decennia lang de beste keuze uitrekenen. In enkele maanden tijd is het prijsverschil tussen diesel en benzine echter naar de andere kant omgeslagen, liggen alle berekeningen van ondernemers en particulieren in duigen, en worden dieselrijders geconfronteerd met een onbetrouwbare overheid.

Nepnieuws over duurzame energie

Overheid, media en energiesector maken zich evident schuldig aan nepnieuws over duurzame energie. De in 2030 geplande 21 gigawatt zeewindvermogen zou 75% van het Nederlandse stroomverbruik zijn. Dat klopt als je al die zeewindstroom rechtstreeks kunt verbruiken en je dat vergelijkt met ons huidige stroomverbruik. Maar 21 gigawatt piekvermogen bij windkracht 7 is veel meer dan de 14 gigawatt die we nu gemiddeld nodig hebben, en bij windkracht 1 staan al die zeewindmolens natuurlijk (nagenoeg) stil. Gemiddeld door het jaar leveren ze ongeveer de helft van hun piekvermogen, ruim 10 gigawatt.

Vanwege de grote schommelingen tussen teveel en niks moeten we zeker de helft van al die zeewindstroom opslaan in waterstof. Daarbij gaat zeker de helft van die helft verloren, dus blijft daarvan hooguit een kwart over. We hebben dan ruim 5 gigawatt rechtstreeks plus 2,5 gigawatt via waterstof, samen ruim 7,5 gigawatt. Als we dit alles vergelijken met een geschatte 23 gigawatt gemiddelde vraag in 2030 (veel meer dan nu vanwege elektrische auto’s, warmtepompen en industriële processen) is dat ongeveer 35% en geen 75%.

Kennelijk is het College van Rijksadviseurs zich bewust van dit nepnieuws, gezien hun conclusie dat leveringszekerheid van elektriciteit in 2030 niet meer te garanderen is. Dat lijkt mij in één van de rijkste landen ter wereld een absurd en onaanvaardbaar perspectief. Daar zit je dan met je afgedwongen elektrische auto, warmtepomp en geëlektrificeerde bedrijfsprocessen. Het tot nu toe achterhouden van dit perspectief beschouw ik eveneens als nepnieuws.

De vlucht van Rob Jetten

Die vlucht gaat naar Pittsburgh, waar onze minister van Klimaat en Energie bij het Global Clean Energy Action Forum met buitenlandse collega’s wil spreken over ‘belangrijke onderwerpen’ als waterstof en bio-energie. Laten dat nou net de minst belangrijke energieonderwerpen zijn, omdat ze allesbehalve ‘clean’ zijn en CO2-uitstoot verhogen in plaats van verlagen. Jetten vlucht voor deze non-issues voor de Algemene Politieke Beschouwingen, toch het belangrijkste debat van het jaar. Die vallen samen met Jettens vlucht naar Pittsburgh.

Er bestond in de rechtspraak al zoiets als minachting voor het Hof, nu bestaat er in de politiek ook minachting voor de volksvertegenwoordiging. Jetten wil de Kamer kennelijk niet te woord staan over torenhoge energieprijzen terwijl er miljardensubsidies vloeien naar buitenlandse energiegiganten zoals Shell, Vattenfall en Orsted, voor waterstoffabrieken, zeewindparken, biomassacentales en CO2-opslaginstallaties waar geen Nederlander beter van wordt.

De ‘grote’ thema’s en afspraken in de wereld blijken steeds bepalender te worden voor ons nationale beleid en uitgavenpatroon. Ministers bestaan het zelfs om te zeggen ‘dat ze niet anders kunnen’. Ik vraag me af waarvoor je dan nog minister bent. Het antwoord op die vraag lijkt mij dat al die grote thema’s en afspraken de mensen die belasting betalen en politici kiezen niet in het nauw zouden mogen drijven. Zeg maar een algemene hardheidsclausule.

Ontmeuk uzelf

Een vindingrijke en hartstochtelijke oproep van Dolf Jansen, op 15 augustus om 12.35 bij De Nieuws BV op Radio 1. Luister vooral even terug. Meuk, betoogt Jansen, is spul dat we niet echt of echt niet nodig hebben maar toch kopen onder druk van marketing en reclame. Jansen geeft daar in een voor hem kenmerkende stijl hilarische voorbeelden van. Dat maakt zijn oproep des te relevanter en indringender. Ons consumptiegedrag veroorzaakt immers ruwweg de helft van alle energieverbruik en CO2-uitstoot in de wereld. Het moet allemaal gedolven, verbouwd, gemaakt en vervoerd worden.

Waarom blijkt het zo moeilijk om te consuminderen? Psychologische studies geven aan dat het vooruitzicht en de actie van iets kopen ons meer voldoening kunnen geven dan het bezitten en gebruiken ervan. In zeer ernstige vorm heet dat koopverslaving, maar we zouden er allemaal in meer of mindere mate gevoelig voor zijn. Dat is niet erg, het is gewoon zo, en ik voel het soms ook. Het besef dat ik deze psychologische verleiding in me heb helpt mij wel om weerstand te bieden tegen alle slinkse reclamemakers die willen inspelen op die verleiding.

Laten we onszelf inderdaad ontmeuken. Ik heb voorlopig genoeg goede schoenen, de smartphone werkt nog prima, en ik hoef geen Black Friday aanbiedingen. Als we allemaal gemiddeld twee maal zo lang met al onze meuk gaan doen besparen we wereldwijd 25-30% grondstoffen, energie en CO2 (ter vergelijking: alle zon en wind bespaart nu slechts 4% CO2). De enige die dat kan doen is de persoon die we elke morgen in de spiegel zien.

Stanford University publiceert aantoonbare onwaarheden

Eerst even iets anders: Eneco gaat volgens het FD alleen nog groene stroom leveren aan zakelijke klanten. Waarom alleen aan zakelijke klanten? Als die het krijgen, krijgen u en ik het niet. Groene stroom is immers schaars. Eneco en Nederland kunnen die groene stroom bij lange na niet zelf opwekken, dus koopt Eneco buitenlandse groene energiecertificaten. Eneco’s klanten moeten daarom meer gaan betalen, en ook hier geldt weer dat die buitenlandse certificaten dan niet naar een ander gaan. De hoogste bieder wint, en die woont vast niet in Polen of Bulgarije.

Eneco exporteert zo CO2-emissie naar andere landen. Dat strookt volledig met het artikel in hetzelfde FD over greenwashing met eco-certificaten door grote bedrijven. Kleine bedrijven maken zich zorgen, en ik ben het met ze eens dat dergelijke greenwashing misplaatst en misleidend is.
Intussen publiceert de gerenommeerde Stanford University aantoonbare onwaarheden over een volledige energietransitie in 2050. Professor Mark Jacobson, een fervent voorvechter van 100% duurzame energie, laat zich kennelijk meeslepen door zijn idealen zonder naar de feiten te kijken.

Analyse van Jacobsons plan leert dat we wereldwijd de komende 30 jaar elke dag minstens 15 miljoen zonnepanelen en 600 windmolens zouden moeten maken en installeren. Tienduizend dagen achter elkaar. En na 2050 moeten we ter vervanging in datzelfde tempo blijven doorbouwen. Een absurd scenario, met onafzienbare milieuschade en zonder praktische onderbouwing. Dat zelfs Stanford zich tot greenwashing verlaagt baart mij grote zorgen.

We leven en racen vanaf 28 juli weer op de pof

Als we rustig rijden en nooit harder dan 100 compenseren we als automobilisten de hoge brandstofprijzen, de energietekorten en de CO2- en stikstofoverschotten, aldus Het Parool. Hoe mooi kan het zijn, om allemaal kosteloos deze even eenvoudige als effectieve bijdrage aan natuur en economie te kunnen leveren. En toch doen we het niet! NL en EU stellen geen algemeen maximum van 100 km/u in, en automobilisten overtreden massaal de bestaande snelheidslimieten. Laat de regering maar keihard ingrijpen, net als bij corona en stikstof: Overal en altijd max. 100, met torenhoge boetes en vlotte inname van rijbewijzen. Dat lijkt mij de enige manier om het levensgevaarlijke milieudelict van hardrijden met wortel en tak uit te roeien.

Hardrijden dient louter eigenbelang en eigen plezier. Openbare weg en natuur zijn daar allang geen plaats meer voor. Ik voorzie dat we over tien jaar met evenveel bevreemding op ons huidige rijgedrag zullen terugkijken als wij nu doen op bijvoorbeeld roken in bedrijfskantines en vliegtuigen. Temeer daar Earth Overshoot Day alweer een dag eerder valt dan vorig jaar, op 28 juli. Vanaf nu tot aan nieuwjaar leven en racen we dus weer op de pof, en verbruiken we ruim vijf maanden lang meer natuurlijke bronnen en energie dan de aarde kan bieden.

De Rance getijdencentrale in Bretagne kan dat ook niet verhelpen. Het was indrukwekkend om deze onlangs te bezoeken: Al 55 jaar CO2-vrije elektriciteit uit eb en vloed. Getijdenenergie kan echter geen rol van betekenis spelen in een energietransitie, omdat er maar een paar plekken op aarde zijn waar het effectief kan worden benut. Rance was in 1966 de eerste grote getijdencentrale, later is alleen Sihwa Lake in Zuid Korea er nog bij gekomen.