Het moet even, met het Shell-vonnis als ongekend dieptepunt in het internationale klimaatbeleid. Shell schendt op dit moment geen verplichtingen, maar is ‘veroordeeld’ tot iets in de toekomst. Het bedrijf moet in 2030 de CO2-uitstoot van zichzelf, zijn leveranciers en afnemers met 45% verminderen. Van u en mij dus. Wat moet Shell nu gaan doen? Zorgen dat ik rustiger rijd, of minder rijd, of een zuinigere auto koop, of een elektrische auto koop?
Bedrijven zijn wettelijk allang verplicht tot CO2-reductie in de eigen operatie. Het leeuwendeel van de CO2-uitstoot in de olieketen zit echter bij de eindverbruikers, degenen die olieproducten verbranden in motoren en installaties. Bij u en mij dus. De enige manier voor Shell om dat te halveren is hun olieproductie halveren. En in het kader van rechtsgelijkheid zouden alle olieproducenten dat dan moeten doen. Dat zal de wereld in 2030 met een ongekend energie- en grondstoffentekort confronteren. Mobiliteit, handel, industrie en economie zullen stagneren, en er zullen bijvoorbeeld veel minder zonnepanelen en vaccins kunnen worden gemaakt.
De grootste industriële CO2-uitstoters zijn staal- en cementproducenten, niet olieproducenten. Je kunt beter autofabrikanten aanpakken, die allang ultra-zuinige auto’s van 1 liter op 50 km en 1 kWh op 15 km hadden kunnen en moeten ontwikkelen. Personenauto’s veroorzaken 12% van alle CO2-uitstoot, evenveel als de staal- en cementindustrie bij elkaar. Laten we dat eens gaan halveren, in plaats van een olieproducent een zinloos vonnis aansmeren.