Het nieuwe zeewindpark bij Vlissingen is goed voor 760 megawatt. Dat is het maximale vermogen bij krachtige wind, maar ik wil graag weten hoeveel energie het levert in een heel jaar. ‘Genoeg voor een miljoen huishoudens’. Enig rekenwerk leert dat dit 3 miljard kilowattuur per jaar is. Daarmee is het gemiddelde vermogen van het park 340 megawatt, 45% van het maximale vermogen. Dat is nu nog goed voor een miljoen huishoudens, maar als straks iedereen een warmtepomp en een elektrische auto heeft daalt dat naar bijv. 200.000 huishoudens.
Het aanduiden van wind- en zonneparken met maximum vermogen en aantallen huishoudens werkt verwarrend, zelfs misleidend. Huishoudelijk stroomverbruik is nu nog een kleine minderheid van het totale energieverbruik van consumenten. Het leeuwendeel van 80-90% gaat naar verwarming en automobiliteit, en dat is nu grotendeels aardgas, benzine en diesel. Het is niet informatief om stroombronnen van de toekomst uit te drukken in stroomverbruik van nu.
De groene kans is om net als het CBS alles uit drukken in petajoule per jaar, en als percentage van ons totale jaarlijkse energieverbruik van 2100 petajoule. Dat schept helderheid. Voor het windpark bij Vlissingen is dat 11 petajoule per jaar, 0,5% van het landelijk totaal. Daarvoor blijkt de netcapaciteit in Zeeland al ontoereikend. Het lijkt mij hoog tijd voor meer landelijke regie en langetermijn-visie.