De zon geeft ons licht, en dat kunnen we met zonnepanelen omzetten in elektriciteit. De zon geeft ons nog veel meer warmte, en dat kunnen we opvangen met zonnecollectoren en opslaan voor later gebruik. Het voordeel van zonnewarmte is dat er meer van is, en efficiënter kan worden opgevangen dan zonlicht. Warmte is wel lastiger om op te slaan en te vervoeren dan elektriciteit, zeker op grote schaal.
Gelukkig wordt er veel onderzoek gedaan aan warmteopslag, bijvoorbeeld voor in huis. Dan kun je overdag zonnewarmte opvangen en daar ’s avonds of op een andere dag je huis mee verwarmen. Dat is kleinschalig en vergt geen vervoer van warmte. Bij warmteopslag wil je natuurlijk zoveel mogelijk warmte opslaan in een beperkt volume. Er zijn drie manieren om dat te doen, in oplopende volgorde van opslagcapaciteit: Sensibel, latent, en thermochemisch.
Thermochemische energieopslag (TCES) kan met natuurlijke stoffen zoals kaliumcarbonaat. Dat lijkt op soda, en komt veel voor op aarde. Het drogen van kaliumcarbonaat kost warmte, en bevochtiging levert warmte op. Je kunt dus overdag zonnewarmte opslaan door te drogen, en die warmte later terugwinnen door water toe te voegen. De uitdaging is om dat efficiënt in een verwarmingsinstallatie te realiseren.