Klimaatminister Jetten trekt 45 miljoen euro uit voor 3 gigawatt zeezonvermogen in 2030. Dat zijn 7,5 miljoen drijvende zonnepanelen, die ook bij windkracht 12 en met tonnen zoutaanslag en meeuwenpoep goed moeten blijven werken. 2000 hectare zonneparken – zo groot als het Veerse Meer – waaronder zeealgen, -planten, plankton en -dieren geen zonlicht meer krijgen en dus sterven. 7,5 miljoen zonnepanelen in 7 jaar installeren betekent 3000 zonnepanelen per dag. En daar blijft het niet bij volgens TNO, want voor 2050 zouden er nog eens 100 miljoen zonnepanelen bij moeten komen, in totaal goed voor 45 gigawatt op zee.
Daartoe zouden we na 2030 twintig jaar lang 15.000 drijvende zonnepanelen per dag moeten installeren. We zouden dan 30.000 hectare zeewater in duisternis hebben gehuld, vergelijkbaar met ons grootste nationale park de Oosterschelde. Deze milieuramp zou op zonnige zomerse dagen drie maal zoveel stroom opwekken als ons huidige gemiddelde nationale verbruik, en in lange donkere winterweken vrijwel niets. Ik ken geen concreet uitvoerings- en exploitatieplan, en ik kan me ook niet voorstellen hoe dat eruit zou zien.
TNO geeft Jetten politieke rugdekking voor onuitvoerbare klimaatplannen met desastreuse milieuschade, maar is niet democratisch aanspreekbaar op die rugdekking. Het is hoog tijd dat meer burgers en wetenschappers zich verdiepen in de huidige klimaatplannen, en zonder last en ruggenspraak publiceren wat ze daarvan vinden. Anders keert over 5-10 jaar de wal van de realiteit het schip van de politieke luchtfietserij, met alle gevolgen van dien.