Maandelijks archief: april 2024

Het hoger beroep van Shell gaat ergens om!

Met het hoger beroep van Shell tegen Milieudefensie is de ‘rechtszaak van de eeuw’ een tweede fase ingegaan. Shell vecht met name de opgelegde 45% CO2-reductie bij zijn klanten aan. Die zogenaamde ‘scope-3’ uitstoot is 15 tot 20 maal zo groot als de scope-1 en scope-2 uitstoot in en om Shells eigen operatie (die Shell net als elk ander bedrijf sowieso moet reduceren). Scope-3 uitstoot is alle CO2 die u en ik uitstoten als we op Shell-benzine rijden. Laten we de opgelegde 45% reductieplicht van die scope-3 uitstoot eens afpellen als een ui.

Shell of welke andere oliemaatschappij dan ook is op geen enkele wijze moreel of juridisch gehouden aan het blijven leveren van evenveel energie, of aan het aanbieden van een alternatief voor olie en gas. Shell kan u en mij op geen enkele manier dwingen om minder (hard) te rijden, of om een kleinere of een elektrische auto te kopen. Shell kan wel minder olieproducten gaan leveren en tankstations sluiten, maar dan gaan u en ik naar Esso of BP aangezien die hun scope-3 (d.w.z. uw en mijn) uitstoot niet hoeven te reduceren. Shell heeft derhalve geen enkele concrete mogelijkheid om de CO2-uitstoot van zijn klanten te reduceren.

Ik concludeer dat ons rechtssysteem met dit vonnis ten gunste van Milieudefensie ernstig heeft gedwaald. Eén bedrijf in de wereldwijde olie- en gasindustrie is verantwoordelijk gesteld voor de gedragingen en CO2-emissies van zijn klanten (u en ik), en tevens is het principe van een gelijk speelveld in die markt te grabbel gegooid. Ik hoop en verwacht dat Shell dit onbegrijpelijke vonnis met succes van tafel krijgt, niet omdat ik geen fossiel wil reduceren maar omdat onze rechtsstaat en welvaartsstaat in het geding zijn.

Onbetaalbare stadswarmte is helaas geen 1 aprilgrap

“Tijd voor de pauzeknop”, zegt professor David Smeulders, en hij heeft gelijk. Huurders in de grote steden betalen torenhoge rekeningen voor opgedrongen stadswarmte zonder keuze van leverancier. Het woord ‘stadsverarming’ is al gevallen. Voorstanders van stadswarmte wijten de torenhoge rekeningen aan inflatie, gestegen rente, hoge gasprijzen en ‘intransparante kosten’. Dit zijn valse excuses. De rente is historisch gezien tamelijk laag, inflatie treft alle energievormen inclusief aardgas, en intransparante kosten zijn hooguit het gevolg van beleidsmatig gecreëerde monopolieposities voor stadswarmteleveranciers.

Klimaatminister Jetten probeert deze ellende voor honderdduizenden mensen af te doen als ‘weeffouten’. Heeft de minister enig idee hoe dat klinkt in de oren van zoveel belastingbetalende burgers die al jaren geconfronteerd worden met gebroken beloftes, voortdurende onzekerheden, onbetaalbare rekeningen en kou in huis? Jetten’s Wet Collectieve Warmte die komende zomer naar de Tweede Kamer gaat garandeert allerminst verbetering, waarschuwt ook de Autoriteit Consument & Markt (ACM). In die wet wordt de huidige koppeling van stadswarmteprijzen aan aardgasprijzen vervangen door een koppeling aan werkelijke kosten.

Ik vrees dat de ACM gelijk gaat krijgen, en zelfs dat de Wet Collectieve Warmte aansluiting op een warmtenet duurder zal maken in plaats van goedkoper. Het wordt nog erger als we beseffen dat stadswarmte voor een belangrijk deel met houtige biomassa wordt opgewekt. Dat stoot per warmte-eenheid ruim twee keer zoveel CO2 uit als aardgas. Biomassa-uitstoot telt alleen niet mee in de officiële CO2-boekhouding. David Smeulders heeft eerder aangetoond dat dit onterecht is. Hoog tijd om beter naar de wetenschap te gaan luisteren!