Maandelijks archief: juni 2020

Is duurzame energie ook circulair?

Zo te zien niet. Windmolens en zonnepanelen zijn niet recyclebaar, en zullen dus in de komende decennia voor een onafzienbare berg grootindustrieel afval zorgen. Dat doen ze nu al. Oude zonnepanelen belanden op vuilstortplaatsen in Afrika, en afgedankte windmolenwieken worden in Amerika onder de grond gestopt. Ontmanteling van zon- en windparken is een helse klus, omdat ze zeer uitgestrekt zijn en vaak op moeilijk bereikbare locaties staan (woestijnen, heuvels, zeeën).

In feite is de infrastructuur voor wat we nu hernieuwbare energie noemen niet hernieuwbaar. Dat is een paradox waar we wel eens bij stil mogen staan. Laten we een complete Life Cycle Analyse maken voordat we verdergaan met zoveel mogelijk windmolens, zonneparken, biomassacentrales en waterstoffabrieken bouwen. Laten we er niet over 20 jaar achter moeten komen dat we er voor de zoveelste keer sinds de industriële revolutie een bende van hebben gemaakt.

Wij mensen zijn grenzeloos intelligent en inventief. We bedenken de slimste dingen voor de uitdagingen van nu. Maar we blijken niet in staat om onze eigen innovaties vervolgens te beteugelen. Ze groeien in de collectiviteit, en die collectiviteit heeft dan niet meer de intelligentie en inventiviteit om de schadelijke gevolgen die onze innovaties vaak met zich meebrengen te keren. Laten we ons nu eens niet aan die steen stoten.

Op de Noordzee bouwen voor het klimaat?

Wat een ontstellende misvatting: ‘De windrijke Noordzee moet de komende decennia het middelpunt worden van de Nederlandse energietransitie en uiteindelijk een einde maken aan de Nederlandse fossiele verslaving’. Ronkende woorden van het Deense Ørsted, dat met 2,3 miljard Nederlandse subsidie-euro’s 94 megawindmolens voor de Zeeuwse kust gaat bouwen. Shell en Eneco zullen volgen ‘met nog maar ruim 500 miljoen subsidie dankzij spectaculaire kostendalingen’.

Met 25 miljoen euro subsidie per windmolen blijkt het risico nog steeds groot dat zonder extra maatregelen van de overheid windparken op zee in de komende jaren niet rendabel zijn. ‘Daarom is het heel belangrijk dat de vraag naar groene stroom wordt gestimuleerd’, aldus Ørsted. Hun 94 windmolens gaan jaarlijks zo’n 3 miljard kWh opwekken. Dat is 2,5% van onze nationale elektriciteitsconsumptie en dus 0,5% van ons totale energieverbruik.

We smijten kostbare miljarden naar meer staal en beton, terwijl een energietransitie met name uit matiging van onze eigen consumptie moet komen. Bovendien zadelen we onze kinderen over 25 jaar op met een onafzienbare berg industrieel afval. Gelukkig wordt de Tweede Kamer wel steeds kritischer op de 11,4 miljard euro subsidie die het kabinet dit jaar heeft uitgetrokken voor nieuwe biomassacentrales.

Windhandel in de Wieringermeer

Het Zweedse staatsenergiebedrijf Vattenfall ontvangt 660 miljoen Nederlandse subsidie-euro’s voor 99 megawindmolens in de Wieringermeer. Daarmee zal jaarlijks 1,3 miljard kilowattuur groene stroom worden opgewekt. Dat is 1% van ons huidige elektriciteitsverbruik en dus 0,2% van ons totale energieverbruik. Die groene stroom zal aan nieuwe datacenters van de Amerikaanse ICT-giganten Microsoft en Google worden geleverd, niet aan 370.000 Nederlandse huishoudens. De Amerikanen verkleinen aldus hun CO2-footprint volgens het boekje.

De Nederlandse subsidiemiljoenen en de bijbehorende CO2-reductie komen zo ten goede aan Zweedse en Amerikaanse reuzen. Intussen kunnen de plaatselijke boeren geen zonnepanelen op hun daken leggen. Dat zou, met de sterk fluctuerende windenergieproductie van Vattenfall, het plaatselijke elektriciteitsnet teveel belasten. NRC analyseert deze Noord-Hollandse horrorstory dit weekend haarfijn.

Het is exemplarisch voor het nationale en internationale energiebeleid, waarin het realiseren van zoveel mogelijk windmolens, zonneparken, biomassacentrales, waterstoffabrieken, aardgasloze huizen en elektrische auto’s tot doel is verheven. De vraag hoeveel CO2 deze grootindustriële projecten werkelijk besparen verdwijnt steeds meer naar de achtergrond. Daarmee wordt het teleurstellende antwoord op die vraag verhuld.