Maandelijks archief: augustus 2024

Energienieuws en -informatie vertonen trekken van reclame

“Fossielvrij leven binnen één generatie” mag niet als reclameslogan worden gebruikt. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) verbiedt deze groene claim van het Zweedse staatbedrijf Vattenfall, omdat die niet onderbouwd is en consumenten op het verkeerde been zet. De ACM tikte Vattenfall al eerder om soortgelijke redenen op de vingers. We vernemen uit Den Haag en Brussel veel over toename van hernieuwbare energie. We horen echter nooit over de veel grotere toename van fossiele brandstoffen in de wereld, en over het feit dat fossiel daardoor sinds meer dan 40 jaar een stabiele 77% van de totale energiemix blijft uitmaken.

“Groene energie wint het in EU nu van fossiel”, kopte NRC onlangs. Pas na verder lezen blijkt dat dit over elektriciteit gaat, dus over minder dan een kwart van al onze energie. NRC vermeldt niet dat fossiel in de totale energiemix nog zeker vijf maal zo groot is als hernieuwbaar, en ook niet dat hernieuwbare energie voor ruwweg de helft uit niet langer als duurzaam aangemerkte biomassa komt. Al deze en andere misleidende, eenzijdige en incomplete informatievoorziening vertoont steeds meer trekken van reclame. In reclame zijn overdrijving en halve waarheden gangbaar en toegestaan, maar ik vind het zorgelijk dat dit nu ook gangbaar is geworden in informatie over de energietransitie. Die informatie kan best ware feiten bevatten, maar schetst wel een beeld dat afwijkt van de werkelijkheid.

Dat zijn kenmerken van doordachte opzettelijke desinformatie. Commerciële reclames mogen die toepassen, maar staatsbedrijven, overheden en journalisten niet. Het feit dat dit toch gebeurt vind ik even zorgelijk als de reden waarom het gebeurt. De energietransitie met de almaar groeiende hoeveelheid klimaatwetten, klimaatsubsidies, klimaatprojecten en klimaatreputaties blijkt “too big to fail”. Dat dwingt ons om zaken mooier voor te doen dan ze zijn, en belemmert ons om te erkennen dat er dingen niet goed gaan en anders moeten.

Duurzaamheid blijkt even veelzijdig als weerbarstig

Het populaire festival Rock Werchter in België prijst terecht zijn Go Green beleid aan: “Bijzondere aandacht is er voor de campings. Daar blijft te veel afval achter … Ook hier willen we tekenen voor een circulair verhaal … Join us on the road to zero waste.” Festivalgangers kregen op 4 t/m 7 juli een recycle-kit, en waardebonnen voor het inleveren van volle vuilniszakken. De organisatie zal met deze loffelijke initiatieven echter zwaar teleurgesteld zijn achtergebleven. Veel festivalgangers bleken helaas ongevoelig voor de duurzame stimulansen.

Op de camping bleef een onvoorstelbare hoeveelheid rotzooi en plastic afval achter, die de vrijwilligers en organisators kennelijk achter de derriere van de festivalgangers mochten opruimen. Dit doet mijn hoop en vertrouwen in burgerlijk milieubewustzijn tot een dieptepunt dalen. Veel mensen hebben hun mond vol van duurzaam leven en niet vliegen en geen vlees eten en geen autorijden en geen fossiele brandstoffen en geen CO2, maar blijken wel bereid om hun directe omgeving gruwelijk te vervuilen met hun troep. In de bermen en parken van onze woonwijken is het niet anders. Zeggen dat je iets belangrijk vindt is iets anders dan ernaar handelen.

Ik zie duurzaamheid als een integraal begrip met veel verschillende praktische kanten, zoals hernieuwbaarheid, recycling, afvalvermindering, milieuzorg, biodiversiteit en energiebesparing. De gemeenschappelijke factor is een mentaliteit, een manier van leven en omgaan met je omgeving en je natuur. De verschillende praktische kanten komen samen in die mentaliteit, en ik vrees dat mensen die hun rotzooi onachtzaam op de grond gooien hun gedrag ook niet op energie- en CO2-besparing zullen richten. Voor mij begint duurzaamheid met het niet vervuilen van je eigen nest en dat van andere levende wezens.

Duitsland wil nieuwe aardgascentrales bouwen

De Duitse regering wil subsidies verstrekken voor de bouw van nieuwe aardgascentrales, met een gezamenlijke capaciteit van 5 gigawatt (GW). Dat is in strijd met de klimaattop COP-26 in 2021, waarin publieke investeringen in fossiele energie officieel in de ban werden gedaan. Het is wel verstandig voor de Duitse energiezekerheid, die zonder kolen en kernenergie aan het afkalven is. Het noodzakelijke alibi voor Duitsland zelf en voor de EU is dat die aardgascentrales in de toekomst op groene waterstof zouden draaien. Bij mijn weten kan een aardgascentrale niet zomaar op waterstof draaien, maar afgezien daarvan heb ik wat sommetjes gemaakt.

5 GW vermogen is ongeveer 10% van het gemiddelde Duitse stroomverbruik. Het blijkt twintig maal zoveel geïnstalleerd zon- en windvermogen te vergen om die 5 GW met groene waterstof op te wekken. Dat is 100 GW, twee derde van de 150 GW zon en wind die Duitsland nu heeft staan. Zonnepanelen hebben volgens de eigen Duitse cijfers een capaciteitsfactor van 9%, en windmolens van 23%. Dat betekent dat 56 GW opgesteld zonvermogen gemiddeld over een heel jaar 9% x 56 = 5 GW vermogen levert. Het betekent evenzo dat 44 GW opgesteld windvermogen gemiddeld 23% x 44 = 10 GW vermogen levert. Met die 5 + 10 = 15 GW gemiddeld zon- en windvermogen kan bruto 10 GW groene waterstof worden gemaakt, want bij waterstofproductie gaat een derde van het vermogen verloren.

Een moderne elektriciteitscentrale heeft ca. 50% rendement. Met bruto 10 GW groene waterstof kan dus netto 5 GW elektrisch vermogen worden opgewekt. Daarvoor is zoals gezegd 56 + 44 = 100 GW opgesteld zon- en windvermogen nodig, twee derde van wat onze geachte oosterburen nu hebben staan. Dat lijkt me geen houdbaar alibi om subsidies te willen en mogen verstrekken voor commerciële aardgascentrales. Ik vermoed dat de Duitse regering dat ook wel weet, maar geen alternatieven heeft om de Duitse samenleving en economie draaiende te houden zonder kolen- en kernenergie.

“Maar we moeten toch iets doen?!”

Biomassa schaadt het milieu en verhoogt in plaats van verlaagt de CO2-uitstoot in de komende 25 jaar. Hetzelfde geldt voor waterstof. “Maar we moeten toch iets doen?!”, hoor ik mensen dan roepen. Ik weet dan nooit wat ik moet zeggen. Waarom moeten we ‘iets’ doen als dat ‘iets’ erger is dan niks doen? We zijn toch het geloof in regendansen ontgroeid? Regendansen waren tenminste nog onschadelijk, ze hielpen niks maar ze maakten het ook niet erger. Biomassa en waterstof maken het wel erger, maar kennelijk vinden veel mensen dat toch minder erg dan niks doen. Dat is voor mij een symptoom van misplaatst geloof in maakbaarheid.

In deze vakantietijd wil ik bewust de kunst van het niks doen herontdekken. Als ik ergens zin in heb of iets leuks zie ga ik dat zeker doen, maar als ik er geen zin in heb doe ik het niet. Ik denk dan misschien met gesloten ogen na over onze angstige haast en ziekelijke dadendrang in de huidige energietransitie. Die doen ons de afgelopen tien jaar zwalken tussen wel en geen aardgas, wel en geen kernenergie, wel en geen biomassa, wel en geen steenkool, wel en geen waterstof en wel en geen netuitbreiding. Als we tien jaar geleden eerst rustig hadden nagedacht en doorgerekend, hadden we wel planmatig kernenergie en netuitbreiding gedaan, geen kolencentrales gesloten, Gronings aardgas geleidelijk vervangen door Noordzeegas, en biomassa en waterstof links laten liggen.

Dat had een hoop leed, werk, geld en zogenaamde ‘crises’ bespaard, meer CO2 gereduceerd en veel netcongestie voorkomen. Ik verwacht van de nieuwe regering dat zij leert van deze dure lessen, minder zinloze of zelfs contraproductieve klimaatdadendrang ten toon spreidt, en meer natuurwetenschappelijk onderbouwde langetermijnvisie ontwikkelt. We hebben voorlopig niet meer maar minder en beter klimaatbeleid nodig, dat daadwerkelijk helpt en ook langjarig kan worden uitgevoerd.