Maandelijks archief: februari 2022

Klimaatwetten deugen niet

Wetten gaan in het algemeen over gedragingen. We mogen niet stelen, en we moeten stoppen voor rood. De toekomstige resultaten van die gedragingen liggen niet vast in wetten. We hebben wel de ambitie om het aantal diefstallen en verkeersongevallen terug te dringen, maar de overheid heeft zichzelf daar niet getalsmatig toe verplicht. Dat is verstandig, want dergelijke geambieerde toekomstige resultaten worden mede bepaald door factoren die we niet kennen of niet kunnen beïnvloeden.

Waarom is de overheid dan wel zo dom om zichzelf en ons allen wettelijk met handen en voeten aan toekomstige CO2-uitstoot te binden? Onze Klimaatwetten bepalen niet hoeveel windmolens en zonnepanelen er waar en wanneer moeten staan, maar dat we in 2030 onze CO2-uitstoot moeten halveren. Wat als de bevolking of de economie sterk groeit, wat als we onverwacht veel dijkverzwaringen en humanitaire missies moeten uitvoeren, wat als we weer Elfstedentochten krijgen? Met alle extra CO2-uitstoot van dien. Wat als we door economische crises de miljardensubsidies op windmolens, zonnepanelen, biomassacentrales en waterstoffabrieken niet meer kunnen betalen.

Kunnen ongekozen belangengroeperingen zoals Urgenda en Milieudefensie de Staat en dus ons allen dan dagvaarden, en kunnen rechters ons dan dwingen om boetes te betalen, in de kou te gaan zitten en ondernemingen, humanitaire missies en dijkverzwaringen af te remmen? Dat zijn toch zeker zaken van gekozen parlement en regering! Ambities zijn prima, maar de huidige klimaat-wetten deugen democratisch niet en moeten zo snel mogelijk van tafel.

Oud leiderschap schaadt ons land en ons klimaat

Nederland verzet zich tegen EU-plannen om aardgas als ‘groen’ aan te merken, en aarzelt over kernenergie. Daarmee schaadt ons land zichzelf en het klimaat op ernstige wijze. Meer aardgas en kernenergie verminderen de internationale CO2-uitstoot aanzienlijk in de komende 10-20 jaar, en daar kunnen wij met onze hoogwaardige kennis en infrastructuur enorm aan bijdragen. Dat is goed voor het milieu en goed voor onze economie. Regering en parlement doen met hun verzet hiertegen het omgekeerde van waarvoor ze gekozen en betaald worden.

We bezitten een schat aan strategische energiekennis, met drie moderne kolencentrales, aardgasinfrastructuur, kerncentrale Borssele en Urenco Almelo. Daarmee kunnen we andere landen helpen om kolencentrales efficiënter te maken, en over te stappen naar aardgas en kernenergie. Zo kunnen we in de komende tien jaar wereldwijd naar schatting 3% CO2 helpen reduceren. Dat zou een prestatie van wereldformaat zijn: zesmaal zoveel als ons eigen wereldaandeel van 0,5%, en tienmaal zoveel als onze eigen klimaatambitie om in 2030 van 0,5% naar 0,2% te gaan.

De Nederlandse reserve tegen aardgas en kernenergie is onbegrijpelijk conservatief. Verkettering van welke energieoptie dan ook is oud leiderschap, dat schaadt ons land en ons klimaat. Verduurzamen is geen wedstrijdje, dat doe je samen. Mens en natuur zijn niet gebaat bij een ‘koploperspositie’ op een politieke duurzaamheidsranglijst, wel met nieuw leiderschap gericht op maximale internationale CO2-reductie met optimale werkgelegenheid.