Maandelijks archief: april 2020

We voldoen per ongeluk aan het Urgenda-vonnis

De draconische economische terugval zorgt ervoor dat wij Nederlanders dit jaar 10-20 miljoen ton minder CO2 gaan uitstoten. Daarmee voldoen we met z’n allen – en niet ‘het kabinet’ zoals het Parool kopt – per ongeluk aan het Urgenda-vonnis. Zolang we ‘het kabinet’ als een aparte entiteit zien die voor ons de (klimaat)problemen moet oplossen wordt het niks. Daarmee pleiten we onszelf onterecht vrij van de verantwoordelijkheid die juist wijzelf hebben om te minderen in consumptie en energieverbruik.

Hoe effectief dat minderen is blijkt nu tegen wil en dank. Die 10-20 miljoen ton CO2-besparing is 6-12% van onze nationale uitstoot, en groter dan het effect van sluiting van alle vier de kolencentrales in ons land. Kolencentrales die vaak pas een paar jaar oud zijn en in 2021 al naar slechts 25% van hun capaciteit zouden moeten. Dat vertegenwoordigt een kapitaalvernietiging van miljarden, die we volgens mij nu helemaal niet kunnen gebruiken en ook niet nodig hebben.

We leren momenteel op hardhandige wijze wat minder consumeren, reizen, transporteren en produceren betekent. Dat gaat nu te abrupt, met teveel leed en schade. Ik probeer er wel iets in te ontdekken dat waardevol kan zijn voor de toekomst. Iets dat ons geleidelijk tot consuminderen kan brengen, zodat onze schadelijke invloed op de aarde afneemt. Dat vergt meer dan statiegeld op plastic flesjes.

We rijden nu een maand 100, toch?

We rijden 100 op de snelweg. Behalve dan degenen die nog steeds meer stikstof, CO2 en fijnstof willen uitstoten dan nodig. Ten koste van dieren, planten en andere mensen. Ze halen me nog veel te vaak zoevend in. Frustrerend. Ik rijd ook graag wat harder, maar dat is niet goed. Laat de overheid maar torenhoge boetes en snelle ontzegging van de rijbevoegdheid gaan opleggen. 100 is 100, wie niet horen wil moet maar voelen. Te hard rijden is een bewuste keuze, en een grote onnodige bron van CO2. Ook van elektrische auto’s.

In de afgelopen maand is de wereld onherkenbaar veranderd. De saamhorigheid die we nu nodig hebben groeit, en dat is hartverwarmend. Hardrijders plaatsen zich voor mijn gevoel meer dan ooit buiten de samenleving, provoceren andere weggebruikers, en ondermijnen het openbaar gezag in een tijd dat vertrouwen zo van belang is.

Samenleven zal nu en in de toekomst een balans zijn tussen verantwoordelijkheidsgevoel, zelfdiscipline, regels, controle en sancties. De meeste dingen lopen gelukkig goed met die eerste drie. Rijgedrag kennelijk niet. Het is wat on-Nederlands, maar als we samen echt werk willen maken van minder stikstof, CO2, fijnstof en verkeersslachtoffers zou ik er op dit punt graag heel hard ingaan.

Wetenschappelijke adviezen als basis voor beleid

De regering baseert haar huidige beleid op de adviezen van het RIVM en andere gespecialiseerde wetenschappers. Senaatsvoorzitter Jan Anthonie Bruijn benadrukte dit deze week nog maar eens. Onze volksvertegenwoordiging en ook wijzelf begrijpen dit, en vinden dit zo te zien in meerderheid verstandig. Deze eensgezindheid is goed om te constateren. De meesten van ons weten weinig van virussen en epidemieën, en beseffen dat ook. Adviezen van wetenschappers zijn daarom welkom en worden ter harte genomen.

Ik hoop oprecht dat we dergelijke bewuste onwetendheid en vertrouwen in wetenschappelijke analyses vast kunnen houden, ook in het energiebeleid. Weten wat je niet weet getuigt van wijsheid. Het leidt tot bescheidenheid, en tot het stellen van vragen in plaats van het verkondigen van meningen. Ik hoop dat de adviezen van wetenschappers over bijvoorbeeld biomassa en aardgasloze huizen meer in het energiebeleid zullen gaan doorklinken.

Energie- en klimaatbeleid zouden net zo min als volksgezondheid een onderwerp van sterke politieke profilering en gepolariseerde opinies moeten zijn. Wij zijn gelukkig wijs om daar in deze moeilijke tijd uit te blijven. De komst van PvdA-er Martin van Rijn als minister illustreert dit treffend. Het zou fantastisch zijn als we die attitude kunnen meenemen naar de betere tijden die vast en zeker weer gaan komen.