Maandelijks archief: oktober 2021

IEA wil snellere afbouw van steenkool

In de aanloop naar de Klimaattop in Glasgow roept het Internationaal Energieagentschap op tot snellere afbouw van steenkool. Ik vind dat nogal gratuite. Niemand weet hoe alle huidige steenkool binnen 30 jaar kan worden vervangen, en zeker niet in het overgrote minder welvarende deel van de wereld. Het IEA geeft aan dat de wereldwijde energieconsumptie tot 2050 met zo’n 17% zal dalen, van 600 naar 500 exajoule per jaar. Zon en wind zouden dan 14% daarvan moeten opwekken, dat is 70 exajoule per jaar.

Los van waar de andere 86% vandaan moet komen, zouden we voor die 14% zon en wind tot 2050 elke dag 100 windmolens en 2,5 miljoen zonnepanelen moeten maken en installeren. Dat vergt elke dag een oppervlak van 5000 hectare, ongeveer zo groot als Nationaal Park Schiermonnikoog. We moeten dat tienduizend dagen achter elkaar doen. Als we daarmee klaar zijn moeten we voor altijd in dat tempo doorbouwen, uitgaande van een gemiddelde levensduur van 30 jaar. Dat is vandaag niet gebeurd, en het zal morgen ook niet gebeuren. Waarom zijn we hier niet gewoon open en eerlijk over, en waarom maken we niet een plan dat wel kans van slagen heeft?

Die 17% daling van wereldwijd energieverbruik is veel te weinig. Dat moet en kan 50% worden. Dat is gunstig in alle toekomstscenario’s, en essentieel om CO2-reductie duurzaam te maken. Het IEA en de Klimaattop in Glasgow moeten halvering van mondiale energieconsumptie nu eindelijk topprioriteit gaan geven. Anders zal de uitkomst volgende maand weer zijn dat het niet opschiet met de klimaatdoelen, en dat er nu toch echt wat moet gebeuren.

Beleggingsdogmatiek, een nieuwe hype

Pensioenfondsen en banken zouden niet meer in olie en gas mogen beleggen. Aandeelhouders dreigen zelfs met rechtszaken, tegen iets dat volkomen legaal en zelfs wenselijk is. Wij zullen de komende decennia nog hard olie en gas nodig hebben. Niet alleen voor ons dagelijks leven en werk, maar ook om überhaupt te kunnen verduurzamen. Alle duurzame energieopties vergen aan de voorkant veel energie om te maken, en het duurt maanden (windmolens) of jaren (zonnepanelen) voordat die energie weer is teruggeleverd.

Zonder olie en gas zouden we de komende decennia nauwelijks zonnepanelen en windmolens kunnen maken, en zouden ook ons leven, werk en mobiliteit grotendeels tot stilstand komen. Verder kunnen olie- en gasbedrijven zonder kapitaal niet investeren in innovatie om de hoognodige olie- en gasproductie in de komende decennia schoner en veiliger te maken. Een leegloop van aandeelhouders zou daarom contraproductief werken, en eerder meer dan minder CO2 opleveren.

Ik ervaar de dogmatische verkettering van bedrijven die maken wat wij nog allemaal nodig hebben als ‘thought control’. Ieder mens en bedrijf mag in ons vrije land zelf bepalen waarin hij of zij belegt. We kunnen nog lang niet zonder aardgas, benzine, diesel, smeerolie, terpentine en kunststoffen. Laten Nederlandse aandeelhouders kritisch zijn op hoe die worden gemaakt. Dat lijkt me veel effectiever dan dat ze weglopen.

Texel vindt zichzelf te mooi voor windturbines

Texel heeft gelijk. Het mooie Waddeneiland is daardoor niet CO2-neutraal, zoals de ambitie was. Dat blijkt met een bevolkingsdichtheid van 1 inwoner per hectare en geen industrie niet mogelijk zonder windmolens. Wat zegt dat over heel Nederland, met gemiddeld 4 inwoners per hectare en heel veel industrie en datacenters? Als Texel te mooi is voor windmolens, dan zijn de Wieringermeer, de Hondsrug, het Groene Hart, de Oosterschelde, de Biesbosch en de Brunssummerheide dat ook.

Nederland is kortom een heel mooi land! In dat mooie land staan nu ruim 2000 landwindmolens. Met het Klimaatakkoord moeten dat er in 2030 zeker vijf maal zoveel worden. Om aan die 10.000 landwindmolens te komen moeten we er de komende 8 jaar elke dag drie installeren. Als we die een beetje eerlijk over het hele land verdelen wordt de gemiddelde onderlinge afstand 2 kilometer, en zal er dus nergens meer een plek zijn waar je geen windmolens ziet.

Ik vind dat een onzalig plan. Het is gelukkig voor ons prachtige land ook onhaalbaar, want we kunnen helemaal niet drie landwindmolens per dag installeren. Dat is vandaag niet gebeurd, en het zal morgen en overmorgen ook niet gebeuren. Hoog tijd om uit een ander vaatje te gaan tappen, om te beginnen het benodigde aantal wind- en zonneparken halveren door ons energieverbruik te halveren.

Minder duurzaamheid voor meer geld

Brussel dicteert ons dat we van blauwe naar groene waterstof moeten, met steeds meer wind- en zonneparken in Nederland. Datzelfde Brussel dicteert ook het ecocidale biomassabeleid, met steeds minder bossen in de Baltische staten. Groene waterstof en biomassa leiden aantoonbaar tot meer in plaats van minder CO2. Intussen gaat de gasprijs door het dak, en becijfert het PBL dat verduurzaming van de industrie duurder gaat uitvallen. Het valt me zwaar om niet cynisch te worden van zoveel massaal overheidsfalen.

We hebben nu toch wel geleerd dat overheden het gruwelijk mis kunnen hebben. Dat begint met ambities, gevolgd door overtuigingen, dogmatiek, doofheid en ontmenselijking. Eenmaal ingezet beleid blijkt niet te stoppen, en dendert als een goederentrein zonder remmen over alles en iedereen heen. Regels worden daarbij belangrijker dan realiteit. Zelfs de Nederlandse en Europese Koepels van Wetenschappers worden niet gehoord in hun kritiek op het energiebeleid.

Mensen met lef zoals Fenna Swart, David Smeulders, Rutger Castricum en Arjen Lubach dreigen zo roependen in de woestijn te worden. Hun integrale visie op energie, CO2 en natuur blijkt onwelkom in het schier onneembare fort van politieke correctheid. ‘We moeten burgers meer betrekken bij de klimaatplannen’, klinkt het arrogant vanuit dat fort. Maar burgers zijn niet gek. Als een verhaal niet klopt helpt meer betrokkenheid niet.