De grootste dagbouwmijn in Zuid-Afrika is 800 meter diep. Daaruit is tot nu toe 4,1 miljoen ton koper gewonnen. Daarvoor moest ruim honderd maal zoveel erts, meer dan 400 miljoen ton, worden uitgegraven en verwerkt. De gemiddelde koperconcentratie in winbare ertsen is wereldwijd gedaald tot minder dan 1 procent, in 1960 was die nog 2 procent. Over 30-40 jaar zal de koperconcentratie opnieuw gehalveerd zijn tot 0,5 procent, want de vraag naar koper neemt voortdurend toe vanwege het elektrificatiebeleid voor verwarming, mobiliteit en industrie.
Dit geldt evenzeer voor een dozijn andere zeldzame metalen, zoals lithium, kobalt, nikkel en neodymium. Die zijn allemaal essentieel voor het huidige energie- en klimaatbeleid, en ook die worden steeds moeilijker winbaar in de komende 30-40 jaar. Dat is ons in de vorige eeuw met staal, aluminium en cement niet overkomen, want dat zijn niet geheel toevallig de meest voorkomende mineralen in de aardkorst. Precies daarom hebben we onze 20e-eeuwse maatschappij en technologie op die drie materialen gebaseerd.
Het is onverstandig en niet duurzaam om onze 21e -eeuwse maatschappij en technologie te baseren op zeldzame metalen die binnen honderd jaar al nauwelijks meer winbaar zullen zijn. Met het huidige elektrificatiebeleid zullen we in de komende 30-40 jaar meer dan tien maal zoveel van deze zeldzame metalen moeten delven als we in de hele afgelopen eeuw hebben gedaan. Dat blijkt fysiek onmogelijk, en zou ook veel teveel energieverbruik en milieuschade met zich meebrengen. Professor Simon Michaux heeft dit vijf jaar lang in detail uitgezocht. Hij presenteert zijn wetenschappelijke bevindingen voor internationale parlementen en commissies, met als conclusie ‘een slecht plan’.
Ik ken Simon Michaux als een no-nonsense wetenschapper die zegt waar het op staat. Niemand kan zijn bevindingen weerleggen, maar politici hebben hem wel beticht van ‘onnodig pessimisme’. Dat klinkt als iemand die over een ravijn wil springen, en de natuurkundige die hem waarschuwt dat hij dood zal vallen beticht van ‘onnodig pessimisme’. Het kan onwelkom zijn, maar dat maakt het niet minder waar. Meningen zeggen niks over de fysieke realiteit. Het ontkennen van die fysieke realiteit is onverantwoordelijke struisvogelpolitiek.