Geachte en trouwe lezer, ik deed deze week een schokkende ontdekking. Ik heb me jarenlang laten misleiden over de energieopbrengst van windmolens en zonnepanelen. Innovatie maakt elk zonnepaneel en elke windmolen op zichzelf steeds efficiënter: Een steeds groter deel van de zonne- of windenergie die erop valt wordt omgezet in elektriciteit… mits ze in bedrijf zijn! Met dat laatste blijkt het bergafwaarts te gaan. De nuttige bedrijfstijd in een heel jaar, de zogenaamde capaciteitsfactor (CF), neemt af naarmate er meer windmolens en zonnepanelen bijkomen.
De CF wordt bepaald door weer en seizoenen (het aantal wind- en zonne-uren in een jaar), maar ook door vraag en aanbod op het elektriciteitsnet. Als zonnepanelen en windmolens teveel stroom dreigen te produceren moeten ze worden afgeschakeld. Dat komt vanzelfsprekend vaker voor naarmate er meer van zijn, en daardoor daalt de CF nu sneller dan dat de energetische efficiëntie stijgt. In Duitsland, koploper in zonne- en windenergie, is dat al nadrukkelijk aan de orde. De gecombineerde CF van zon en wind is daar in de periode 2020-2023 gedaald van 18 naar 15 procent, dat is een zesde (17%) minder. Die daling zal doorzetten naarmate er nog meer wind en zon bijkomt, met als gevolg steeds minder energetisch en financieel rendement per windmolen en zonnepaneel.
De symptomen van die voortschrijdende rendementsdaling manisfesteren zich al: De salderingsregeling voor zonnepanelen blijkt onhoudbaar, we moeten zelfs gaan betalen voor teruglevering aan het net. Energiegiganten als Siemens en Orsted lijden miljardenverliezen op windenergie. We hebben toenemende netcongestie, met dalende leveringszekerheid en oplopende elektriciteitsprijzen. Ik vind dat we de komende tien jaar echt minder zon en wind moeten installeren, en het geld voluit moeten inzetten op stabiele betaalbare CO2-vrije kernenergie.