“Airco’s verbruiken ontzettend veel stroom, en daarmee komt er CO2 in de lucht”. Dit zegt Gwen Jansen van Milieu Centraal op Radio 1. Zij heeft gelijk, en dat geldt des te meer voor nog veel grotere stroomverbruikers zoals warmtepompen, elektrische auto’s en industriële installaties. Elektrische energieverbruikers zijn helemaal niet emissievrij, want elektriciteit wordt in Nederland en zeker daarbuiten grotendeels opgewekt door verbranding van biomassa en fossiele brandstoffen. Dat stoot zoals Jansen terecht aangeeft wel degelijk CO2 uit, met name van biomassacentrales.
Om die reden zijn we massaal overgestapt van gloeilampen naar Ledverlichting, is het toegestane vermogen van stofzuigers meer dan gehalveerd, en zijn terrasstralers in Frankrijk verboden. Dat zijn nuttige – zij het bescheiden – elektriciteit-besparende maatregelen die inderdaad onze CO2-uitstoot verlagen. Het is mij een raadsel waarom elektrische auto’s in onze overgereguleerde samenleving emissievrij mogen worden genoemd, en anders dan lampen en stofzuigers zelfs helemaal geen vermogensbegrenzing kennen.
Een elektrische auto en een warmtepomp hebben elk een stroomverbruik dat al gauw groter is dan de rest van een huishouden bij elkaar. Er gaan zo’n 1000 gloeilampen of 100 stofzuigers in één elektrische auto. Het reguleren van de kleintjes en het vrijlaten van de grootste is ineffectief klimaatbeleid. Iedereen die iets wil besparen weet dat je eerst de grote dingen moet aanpakken, want daar valt het meeste te halen. Dat geldt voor geld, en ook voor energie en CO2. Als de EU dat niet regelt laten we het dan vooral zelf doen. Met 100 rijden bijvoorbeeld.